Nederlandse versie hieronder
In this era when many societies have embraced fast food and convenient, ready-made meals, it was refreshing to watch a documentary on the Korean Air flight back home recently, showing how citizens, chefs and scientists across the globe are increasingly waking up to the importance of nurturing and promoting local food cultures.
Dustin Wessa, the presenter in the documentary, “The Chef of Time,†is an American chef who has been living in Korea for 15 years, specialising in fermented food and beverages, such as Makgeolli, a milky and lightly sparkling rice wine. In his opening statement, the friendly chef explains in fluent Korean that the most complex tastes are not created by people, but by millions of micro-organisms (yeasts, lacto-acid bacteria and moulds) which he playfully calls “micro-chefsâ€. If we want to use the help of this army of cooks, we need time and patience, which Wessa lists as key ingredients for the preparation of delicious food and beverages.
While showing nature’s beauty and picking up a handful of forest soil, Dustin Wessa illustrates the rich diversity of micro-organisms and explains that they are all around us: in the air, soil, on plants and every part of the planet. A Korean scientist explains in lay-man’s language that fermentation and decay are basically the same process whereby micro-organisms break down components in nature. But unlike decay, fermentation is of immediate benefit to people for food preservation and production.
About 4,000 years ago the first fermented breads were made in Egypt. Most likely natural yeasts flying around in the air had landed on wheat dough that was kept in the open air. From this moment on, yeasts would be part of the sourdough, causing the dough to rise.
While many societies across the world have independently developed fermentation techniques, it was not until the 19th century that people began to understand that micro-organisms were causing food and beverages to ferment or to spoil. (Helped by the discovery of the microscope, Louis Pasteur studied microbial fermentation and came to understand how heat killed bacteria. This led to the name ‘pasteurization’).
In many countries across the world, just one species of commercial yeast is used to make bread, beer and wine, namely Saccharomyces cerevisiae. Different strains of this single-celled fungus microorganism are mass multiplied in laboratories to serve different purposes. Micro-organisms in the food industry have become an expensive ingredient. Annually, Korea has imported for millions of dollars of yeast for use in its highly popular bakery and pastry industry.
Doing research on micro-organisms in nature is a complex matter as there are millions of species and countless interactions between them and their environment. Up to now, about 1,600 species have been identified which have economic importance in food preservation and preparation worldwide. A small fraction of the estimated 150,000 useful species.
When Korean scientists discovered a local yeast that could be used in bread making, they were quick to mass multiply and market it, saving the country millions of dollars.
The documentary does further justice to the importance of treasuring local microbial diversity by putting it all in a global perspective. When the entire world depends on just a few commercial species to prepare food, our food system would become highly vulnerable and prone to the vagaries of commercial and political interests.
To avoid making the same mistakes as with seeds of major food crops, which are in the hands of a few large corporations, we need to ensure that local micro-organisms remain a public good, protected from private capture. Only by doing so, we will be able to keep local food cultures alive.
Related blogs
A market to nurture local food culture
Micro-koks
In dit tijdperk waarin veel samenlevingen fastfood en gemakkelijke, kant-en-klare maaltijden hebben omarmd, was het verfrissend om op de vlucht van Korean Air naar huis onlangs een documentaire te zien die laat zien hoe burgers, chef-koks en wetenschappers over de hele wereld zich steeds meer bewust worden van het belang van het koesteren en bevorderen van lokale eetculturen.
Dustin Wessa, de presentator in de documentaire “The Chef of Time”, is een Amerikaanse kok die al 15 jaar in Korea woont en gespecialiseerd is in gefermenteerd voedsel en dranken, zoals Makgeolli, een melkachtige en licht mousserende rijstwijn. In zijn openingswoord legt de vriendelijke kok in vloeiend Koreaans uit dat de meest complexe smaken niet door mensen worden gecreëerd, maar door miljoenen micro-organismen (gisten, melkzuurbacteriën en schimmels) die hij speels “micro-koks” noemt. Als we de hulp van dit leger van koks willen gebruiken, hebben we tijd en geduld nodig, die Wessa noemt als hoofdingrediënten voor de bereiding van heerlijk eten en drinken.
Terwijl hij de schoonheid van de natuur laat zien en een handvol bosgrond oppakt, illustreert Dustin Wessa de rijke diversiteit aan micro-organismen en legt hij uit dat ze overal om ons heen zijn: in de lucht, in de bodem, op planten en op elk deel van de planeet. Een Koreaanse wetenschapper legt in lekentaal uit dat fermentatie en rotting eigenlijk hetzelfde proces is waarbij micro-organismen bestanddelen in de natuur afbreken. Maar in tegenstelling tot bederf is fermentatie van direct nut voor mensen voor het bewaren en produceren van voedsel.
Ongeveer 4000 jaar geleden werden in Egypte de eerste gegiste broden gemaakt. Waarschijnlijk waren in de lucht rondvliegende natuurlijke gisten terechtgekomen op tarwedeeg dat in de open lucht werd bewaard. Vanaf dat moment maakte gist deel uit van het zuurdesem, waardoor het deeg ging rijzen.
Hoewel veel samenlevingen over de hele wereld onafhankelijk van elkaar fermentatietechnieken hebben ontwikkeld, begon men pas in de 19e eeuw te begrijpen dat micro-organismen voedsel en dranken lieten gisten of bederven. (Geholpen door de ontdekking van de microscoop bestudeerde Louis Pasteur microbiële fermentatie en kwam hij erachter hoe hitte bacteriën doodde. Dit leidde tot de naam “pasteurisatie”).
In veel landen in de wereld wordt slechts één soort commerciële gist (gebruikt om brood, bier en wijn te maken, namelijk Saccharomyces cerevisiae. Micro-organismen in de voedingsindustrie zijn een duur ingrediënt geworden. Korea importeert jaarlijks voor miljoenen dollars aan gist voor gebruik in zijn zeer populaire bakkerij- en banketindustrie.
Onderzoek naar micro-organismen in de natuur is een complexe aangelegenheid, aangezien er miljoenen soorten zijn en talloze interacties tussen hen en hun omgeving. Tot nu toe zijn er ongeveer 1600 soorten geïdentificeerd die wereldwijd van economisch belang zijn voor het bewaren en bereiden van voedsel. Een kleine fractie van de naar schatting 150.000 nuttige soorten.
Toen Koreaanse wetenschappers een lokale gistsoort ontdekten die kon worden gebruikt voor het maken van brood, waren ze er snel bij om deze massaal te vermenigvuldigen en op de markt te brengen, waardoor het land miljoenen dollars bespaarde.
De documentaire doet verder recht aan het belang van het koesteren van lokale microbiële diversiteit door alles in een mondiaal perspectief te plaatsen. Wanneer de hele wereld afhankelijk is van slechts een paar commerciële soorten om voedsel te bereiden, wordt ons voedselsysteem zeer kwetsbaar en vatbaar voor de grillen van commerciële en politieke belangen.
Om niet dezelfde fouten te maken als met zaden van grote voedselgewassen, die in handen zijn van een paar grote bedrijven, moeten we ervoor zorgen dat lokale micro-organismen een publiek goed blijven, beschermd tegen private inbezitneming. Alleen zo kunnen we lokale voedselculturen in leven houden.
Related blogs
Nederlandse versie hieronder
The European Union, along with most countries across the world, has agreed to reduce the emission of greenhouse gases to curb the negative effects of climate change, which are already apparent. Under the Green Deal, the EU aims to be climate neutral by 2050. Besides investments in more sustainable energy production and consumption (transport, housing …), further improvements are also needed in the food sector. But there is little consensus on how farmers should be supported.
Looking at the demographic trends in rural Europe, the proposed solutions will need to consider farm size. From 2005 to 2013, across Europe the number of farms with less than 50 hectares of land steadily decreased, while those between 50 and 100 hectares remained more or less stable. Those over 100 hectares slightly increased. Yet more than half of the farming population in Europe is older than 55 years (EuroStat, 2021). Meanwhile, the younger farmers have invested in labour-saving equipment, for example to work the larger holdings, acquiring high debts along the way. Further investment in climate mitigation will require proper support so that when the older farmers retire, the next generation will be able cope with the ever-increasing pressure of bank loans.
The war in Ukraine has triggered a sharp rise in the price of artificial fertilizers, making chemical-based farming less profitable. It is estimated that globally only one third of the applied nitrogen from chemical fertilizers is used by crops. Combined with the mounting pressure on farmers to help mitigate climate change by reducing carbon and nitrogen emissions, farmers are keen to optimise the use of animal manure.
While animal and human manure has been used to keep soils fertile for thousands of years, something has gone wrong in the recent past.
In a German documentary on the Aztecs, called Children of the Sun, ethnologist Antje Gunsenheimer describes some ancient human manure management. The central market in Tenochtitlán, the Aztec capital, had public toilets where urine and faeces were collected separately in clay pots. Dung traders sold the composted dung as fertilizer, while the urine was used for dying fabric and leather tanning.
From the earliest days of farming in Europe, animals were kept on deep bedding of straw. But nowadays most animals in Europe are kept on a metal grid, and the mix of urine and dung is collected in large, underground reservoirs. When excrement and urine from cows or pigs mix, a lot of methane gas (CH4) and ammonia (NH4) is produced. The old practices of using straw as bedding, as well as innovative designs to separate the dung form the urine, is getting some renewed attention in livestock farming, because when separated, greenhouse gas emissions can be reduced by up to 75%.
Engineers in the Netherlands, the USA, Israel and various other countries are researching how best to adjust modern livestock sheds. Some promising examples include free walk housing systems that operate with composting bedding material or artificial permeable floors as lying and walking areas. Other sustainable techniques that are being explored include the CowToilet, which separates faeces and urine. As converting housing systems may be costly and therefore only adopted slowly by farmers, it is important to also experiment with better ways of applying liquid manure.
In modern livestock systems, urine and manure are mixed with the water used to wash the pens. Getting rid of this slurry, or liquid manure, has become a main environmental concern. When liquid manure is applied to the soil, much of the nitrogen evaporates as nitrous oxide or N2O, a greenhouse gas 300 times more powerful than carbon dioxide. Another fraction is converted to nitrates (NO3), which seep through the soil and pollute the ground water. While manure used to be a crucial resource, it has now become a waste product and an expense for farmers.
Making better use of animal waste will be crucial for the future of our food. One key factor is the lack of soil organic matter and good microbes, that can help capture nitrogen and release this more slowly to benefit crops.
Solutions that are financially feasible for farmers will require the best of ideas, with inputs from farmers, soil scientists, microbiologists, ecologists, chemical and mechanical engineers, as well as social scientists.
Practices that help to build up soil carbon will be crucial to reduce the environmental impact of animal manure and fertilizers. Ploughing is known to have a detrimental effect on soil organic matter, as it induces oxidation of soil carbon. Reduced tillage or zero tillage for crop cultivation, and regenerative farming to make animal farming more sustainable, has been promoted and used in the USA and other parts of the world, and could be explored more intensively in Europe.
Also, there will be a need to revive soil micro-organisms, as these have been seriously affected by the use of agrochemicals and the reduced availability of soil organic matter. The expensive machines that are currently used by service providers to spread or inject liquid manure in farmers’ fields could equally be used to inject solutions with good micro-organisms that will help to capture nitrogen to then release it to crops, and build up a healthy soil.
Human creativity will be required to help come up with solutions that are economically feasible for farmers in the near future. To make this happen as fast as possible, more investments are required in research that truly addresses the fundamentals of the problems. Still, far too much public money is invested in research on new crop varieties, livestock feed, and the application of agrochemicals, all of which are to the benefit of large corporations.
Photo credit: The photo on the straw bedding is by Herbert Wiggerman.
More reading
Galama, P. J., Ouweltjes, W., Endres, M. I., Sprecher, J. R., Leso, L., Kuipers, A., KlopÄiÄ, M. 2020. Symposium review: Future of housing for dairy cattle. Journal of Dairy Science, 103(6), pp. 5759-5772. Available at: Â https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0022030220302988
Related blogs
Related videos
Good microbes for plants and soil
Organic biofertilizer in liquid and solid form
Mulch for a better soil and crop
Vermiwash: an organic tonic for crops
Inspiring platforms
Access Agriculture: hosts over 220 training videos in over 90 languages on a diversity of crops and livestock, sustainable soil and water management, basic food processing, etc. Each video describes underlying principles, as such encouraging people to experiment with new ideas.
EcoAgtube: a social media video platform where anyone from across the globe can upload their own videos related to natural farming and circular economy.
De stikstofcrisis
De Europese Unie heeft, samen met de meeste landen in de wereld, afgesproken de uitstoot van broeikasgassen te verminderen om de negatieve gevolgen van de klimaatverandering, die nu al merkbaar zijn, te beperken. In het kader van de Green Deal streeft de EU ernaar tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. Naast investeringen in duurzamere energieproductie en -consumptie (vervoer, huisvesting …) zijn ook verdere verbeteringen nodig in de voedselsector. Maar er is weinig consensus over hoe landbouwers moeten worden ondersteund.
Als we kijken naar de demografische tendensen op het Europese platteland, moet bij de voorgestelde oplossingen rekening worden gehouden met de omvang van de landbouwbedrijven. Tussen 2005 en 2013 is in heel Europa het aantal landbouwbedrijven met minder dan 50 hectare gestaag gedaald, terwijl het aantal bedrijven tussen 50 en 100 hectare min of meer stabiel is gebleven. Het aantal bedrijven met meer dan 100 hectare is licht gestegen. Toch is meer dan de helft van de landbouwbevolking in Europa ouder dan 55 jaar (EuroStat, 2021). Ondertussen hebben de jongere boeren geïnvesteerd in arbeidsbesparende apparatuur, bijvoorbeeld om de grotere bedrijven te bewerken, waarbij ze onderweg hoge schulden hebben gemaakt. Voor verdere investeringen in klimaatmitigatie is goede ondersteuning nodig, zodat wanneer de oudere boeren met pensioen gaan, de volgende generatie het hoofd kan bieden aan de almaar toenemende druk van bankleningen.
De oorlog in Oekraïne heeft geleid tot een sterke stijging van de prijs van kunstmest, waardoor landbouw op basis van chemische stoffen minder winstgevend is geworden. Bovendien wordt naar schatting wereldwijd slechts een derde van de stikstof uit kunstmest door de gewassen gebruikt. In combinatie met de toenemende druk op landbouwers om de klimaatverandering te helpen beperken door de uitstoot van koolstof en stikstof te verminderen, zijn landbouwers erop gebrand het gebruik van dierlijke mest te optimaliseren.
Hoewel dierlijke en menselijke mest al duizenden jaren wordt gebruikt om de bodem vruchtbaar te houden, is er in het recente verleden iets misgegaan.
In een Duitse documentaire over de Azteken, genaamd Children of the Sun, beschrijft etnologe Antje Gunsenheimer hoe men in de oudheid met menselijke mest omging. De centrale markt in Tenochtitlán, de Azteekse hoofdstad, had openbare toiletten waar urine en uitwerpselen gescheiden werden opgevangen in kleipotten. Mesthandelaren verkochten de gecomposteerde mest als meststof, terwijl de urine werd gebruikt voor het verven van stoffen en het looien van leer.
Vanaf de begindagen van de landbouw in Europa werden dieren gehouden op een diep strobed. Maar tegenwoordig worden de meeste dieren in Europa op een metalen rooster gehouden, en wordt het mengsel van urine en mest opgevangen in grote, ondergrondse reservoirs. Wanneer uitwerpselen en urine van koeien of varkens zich vermengen, ontstaat er veel methaangas (CH4) en ammoniak (NH4).
De oude praktijk van het gebruik van stro als strooisel en innovatieve ontwerpen om de mest van de urine te scheiden, krijgt hernieuwde aandacht in de veehouderij, omdat bij scheiding de uitstoot van broeikasgassen tot 75% kan worden verminderd.
Ingenieurs in Nederland, de VS, Israël en diverse andere landen onderzoeken hoe moderne stallen het best kunnen worden aangepast. Enkele veelbelovende voorbeelden zijn huisvestingssystemen met vrije uitloop die werken met composterend strooiselmateriaal of kunstmatige doorlaatbare vloeren als lig- en loopruimte. Andere duurzame technieken die worden onderzocht zijn onder meer het CowToilet, dat uitwerpselen en urine scheidt. Aangezien het ombouwen van stalsystemen kostbaar kan zijn en daarom slechts langzaam door boeren wordt overgenomen, is het belangrijk om ook te experimenteren met betere manieren om vloeibare mest toe te dienen.
In moderne veeteeltsystemen worden urine en mest vermengd met het water dat wordt gebruikt om de boxen te wassen. Het wegwerken van deze gier, of vloeibare mest, is een belangrijk milieuprobleem geworden. Wanneer vloeibare mest op de bodem wordt gebracht, verdampt een groot deel van de stikstof in de vorm van stikstofoxide of N2O, een broeikasgas dat 300 keer krachtiger is dan koolstofdioxide. Een ander deel wordt omgezet in nitraten (NO3), die door de bodem sijpelen en het grondwater verontreinigen. Terwijl mest vroeger een cruciale hulpbron was, is het nu een afvalproduct en een kostenpost voor de landbouwers geworden.
Een beter gebruik van dierlijk afval zal van cruciaal belang zijn voor de toekomst van ons voedsel. Een belangrijke factor is het gebrek aan organisch materiaal en goede microben in de bodem, die kunnen helpen stikstof vast te leggen en langzamer vrij te geven ten voordele van de gewassen.
Om oplossingen te vinden die voor de landbouwers financieel haalbaar zijn, zullen de beste ideeën moeten worden uitgewisseld, met bijdragen van landbouwers, bodemwetenschappers, microbiologen, ecologen, chemische en mechanische ingenieurs en sociale wetenschappers.
Praktijken die helpen bij de opbouw van koolstof in de bodem zullen van cruciaal belang zijn om de milieueffecten van dierlijke mest en meststoffen te verminderen. Het is bekend dat ploegen een nadelig effect heeft op het organisch materiaal in de bodem, aangezien het de oxidatie van koolstof in de bodem induceert. Verminderde grondbewerking of nulgrondbewerking voor de teelt van gewassen, en regeneratieve landbouw om de veehouderij duurzamer te maken, worden in de VS en andere delen van de wereld gestimuleerd en toegepast, en zouden in Europa intensiever kunnen worden onderzocht.
Ook zullen de micro-organismen in de bodem nieuw leven moeten worden ingeblazen, aangezien deze ernstig zijn aangetast door het gebruik van landbouwchemicaliën en de verminderde beschikbaarheid van organisch materiaal in de bodem. De dure machines die momenteel door dienstverleners worden gebruikt om vloeibare mest over de akkers van de landbouwers uit te strooien of te injecteren, zouden ook kunnen worden gebruikt om oplossingen met goede micro-organismen te injecteren die stikstof helpen vastleggen om het vervolgens aan de gewassen af te geven, en een gezonde bodem op te bouwen.
Menselijke creativiteit zal nodig zijn om in de nabije toekomst oplossingen te vinden die economisch haalbaar zijn voor landbouwers. Om dit zo snel mogelijk te laten gebeuren, zijn meer investeringen nodig in onderzoek dat de fundamentele problemen echt aanpakt. Nog steeds wordt veel te veel overheidsgeld geïnvesteerd in onderzoek naar nieuwe gewasvariëteiten, veevoer en de toepassing van landbouwchemicaliën, die allemaal in het voordeel zijn van grote bedrijven.
Vea la versión en español a continuación
I admit that I once took a dim view of bokashi, a hand-crafted organic fertilizer made from barnyard manure and some store-bought materials, like molasses, bran, yeast, or even yoghurt (recipes vary). It takes work to make it, because it has to be stirred every day or two. I once wrote about a bokashi factory I saw in Nepal that impressed me, because I thought it might be easier for busy farmers to buy bokashi, and skip all the work of mixing it.
But this past February I met an innovative farmer, Héctor Casa, in TunicuchÃ, in the Andes of central Ecuador. Don Héctor does not have a lot of time or money, but he is able to use bokashi on his small, mixed farm of pigs, guinea pigs, potatoes and vegetables. He graciously took time off from his job in a plywood factory to let Marcella and Paul film him for a video on seed potatoes.
Don Héctor starts his bokashi by making compost from his animals’ manure. He adds soil, rice husks, rock phosphate, lime, molasses and whey. He also adds microorganisms: a water solution that includes a few handfuls of forest soil. For good measure he puts in some biol, a fermented, liquified manure which is also rich in beneficial germs.
I watched as don Héctor deftly stirred each ingredient one at a time into a pile, shoveling it all over again with each addition, thoroughly blending it. It’s hard work, but he makes it look easy. But when he turned over a large, plastic sheet, I realized he had a second pile, with about five tons of finished bokashi. I’ve rarely seen that much of the stuff in one place, because it is requires some patience to make, and some store-bought materials.
Don Héctor had made his five tons of bokashi over two weeks, shoveling it over thoroughly every day, but now his work was about to pay off. It was ready to take to the field, and he was pleased that his bokashi was more than fertilizer; it would also protect his crops from pests and diseases. He explained that the good microbes he cultured in the bokashi would help to control potato diseases. “The microorganisms eat the bad fungi. They eliminate them.â€
Then don Héctor took us to see his potato crop, not a garden, but a commercial field of healthy potatoes. These are some of the few potatoes grown in an environmentally-friendly way in the whole of highland Ecuador, where chemical fertilizer is commonly used along with fungicides and insecticides.
Don Héctor does use bokashi to keep the soil fertile. But bokashi also acts as a fungicide of sorts, as it adds good microbes to the earth, which help to keep down soil-borne diseases.
Bokashi alone would not be enough to keep pests and diseases away. To manage the Andean potato weevil and the potato tuber moth, don Héctor hills up the potatoes. Three times per season he and his helpers heap soil up around the base of each potato plant. The third time, they pile the soil really high, just as the potatoes are flowering and the plants have reached their full height.
“The tuber moth lays its eggs at the base of the potato plant, and when the worms hatch, they move down into the potato,†don Héctor explains. “By hilling up lots of soil I make a barrier that protects the potatoes from the moths and its worms.†As an added advantage, the extra soil around each potato plant gives the tubers room to grow. They can’t develop unless they are blanketed in soft earth.
We visited don Héctor with Ecuadorian seed researcher Israel Navarrete, who was especially taken by rows of maize that Héctor had planted around his crop. Don Héctor said that the rows of corn formed a barrier that kept disease out of the potato crop. Israel called it positive deviance: “being odd, but in a good way.â€
The idea may be odd, but it also seemed to be working. We saw that the neighboring fields were not doing as well as this healthy one. One neighbor sprayed insecticide on his potatoes, and the leaves were damaged by the potato tuber moth, while don Héctor’s crop had little visible insect damage. Other nearby potato plants were stunted by herbicides, where farmers tried to spray to avoid the work of weeding and hilling up their crop. Don Héctor’s organic potato plants were larger, and a healthy green.
I used to doubt the value of bokashi, because I saw it as fertilizer, expensive and tedious to make. But in reality, bokashi also acts as a fungicide, replenishing some of the good microorganisms that conventional agriculture kills. Innovative farmers combine bokashi with other techniques, like carefully hilling up the potatoes, and encircling them with a protective crop of maize. This integrated approach seems to be working, and is worthy of formal study by researchers.
Related Agro-Insight blog stories
Encouraging microorganisms that improve the soil
Farmers know how to keep seed healthy
Related videos
Good microbes for plants and soil
Healthier crops with good micro-organisms
Acknowledgements
Thanks to Ing. Victoria López (Instituto Nacional de Investigaciones Agropecuarias—INIAP), and Ing. Nancy Panchi and Dr. Israel Navarrete (both of the International Potato Center—CIP) for introducing us to innovative potato farmers in Cotopaxi, Ecuador. Victoria, Israel and Paul Van Mele read a previous version and made valuable comments
BOKASHI ES MÃS QUE FERTILIZANTE
Jeff Bentley, 3 de abril del 2022
Yo antes veÃa con escepticismo al bokashi, un abono orgánico hecho a mano con estiércol y algunos materiales comprados en la tienda, como melaza, salvado, levadura o incluso yogurt (las recetas varÃan). También requiere trabajo, porque hay que removerlo cada dÃa o dos. Una vez escribà sobre una fábrica de bokashi que vi en Nepal y que me impresionó, porque pensé que serÃa más fácil para los atareados agricultores comprar bokashi y evitar el trabajo de mezclarlo.
Pero el pasado febrero conocà a un agricultor innovador, Héctor Casa, en TanicuchÃ, en los Andes centrales de Ecuador. Don Héctor no tiene mucho tiempo ni dinero, pero logra usar el bokashi en su pequeña granja mixta de cerdos, cuyes, papas y verduras. Él amablemente tomó un tiempo libre de su trabajo en una fábrica de madera para dejar que Marcella y Paul le filmaran para un video sobre la semilla de papa.
Don Héctor empieza su bokashi haciendo compost con el estiércol de sus animales. Añade suelo, cáscara de arroz, fosfato de roca, cal, melaza y suero. También añade microorganismos: una solución de agua con unos puñados de tierra del bosque. Además, agrega un poco de biol, un estiércol fermentado y licuado que también es rico en microbios beneficiosos.
Observé cómo don Héctor revolvÃa hábilmente cada ingrediente, de uno en uno, en un montón, removiéndolo todo de nuevo con cada adición, mezclándolo completamente. Es un trabajo duro, pero él lo hace parecer fácil. Me sorprendió que, al destapar un bulto que habÃa tapado con un toldo de plástico, tenÃa unas cinco toneladas más de bokashi terminado. Rara vez he visto tanto, porque hacerlo requiere cierta paciencia y algunos materiales comprados en la tienda.
Don Héctor habÃa hecho sus cinco toneladas de bokashi durante dos semanas, moviéndolo cada dÃa, pero ahora su trabajo estaba a punto de dar sus frutos. Estaba listo para llevarlo al campo, y se alegró de que su bokashi fuera más que un fertilizante: también protegerÃa sus cultivos de las plagas y enfermedades. Explicó que los microbios buenos que cultivó en el bokashi ayudarÃan a controlar las enfermedades de la papa. “Los microorganismos se comen los hongos malos. Los eliminan”.
Luego don Héctor nos llevó a ver su cultivo de papas, no un huerto, sino un campo comercial de papas sanas. Estas son algunas de las pocas papas que se cultivan de manera amigable con la naturaleza en todo el altiplano ecuatoriano, donde suelen usar fertilizantes quÃmicos junto con fungicidas e insecticidas.
Don Héctor sà usa el bokashi para mantener la fertilidad del suelo. Pero el bokashi también actúa como una especie de fungicida, ya que añade microbios buenos a la tierra, que ayudan a evitar las enfermedades transmitidas por el suelo.
El bokashi solito no es suficiente para evitar las plagas y enfermedades. Para controlar el gorgojo de los Andes y la polilla de la papa, don Héctor aporca las papas. Tres veces por campaña, él y sus ayudantes aporcan suelo alrededor de la base de cada planta de papa. La tercera vez, amontonan la tierra muy alta, justo cuando las papas están floreciendo y las plantas han alcanzado su máxima altura.
“La polilla de la papa pone sus huevos en la base de la planta de la papa, y cuando los gusanos nacen del huevo, bajan a la papa”, explica don Héctor. “Al poner mucha tierra hago una barrera que protege a las papas de la polilla y sus gusanos”. Como ventaja adicional, la tierra extra alrededor de cada planta de papa da a los tubérculos espacio para crecer. No pueden desarrollarse si no están cubiertos de tierra blanda.
Visitamos a don Héctor con el investigador ecuatoriano en semillas Israel Navarrete, a quien le llamaron especialmente la atención las hileras de maÃz que Héctor habÃa plantado alrededor de su cultivo. Don Héctor dijo que las hileras de maÃz formaban una barrera que mantenÃa las enfermedades fuera del cultivo de papas. Israel lo llamó desviación positiva: “ser raro, pero en el buen sentido”.
La idea podrÃa parecer extraña, pero por lo visto, funcionaba. Vimos que a los campos vecinos no les iba tan bien como a este sano. Un vecino fumigó sus papas con insecticida y las hojas fueron dañadas por la polilla de la papa, a diferencia del cultivo de don Héctor. Otras plantas de papa cercanas están marchitadas por los herbicidas, donde los agricultores intentaron fumigar para evitar el trabajo de deshierbar y aporcar su cultivo. A cambio las plantas de don Héctor eran grandes y un verde exuberante.
Yo antes dudaba del valor del bokashi, porque lo veÃa como un fertilizante, que costaba trabajo y dinero. Pero en realidad, el bokashi también actúa como fungicida, reponiendo algunos de los microorganismos buenos que la agricultura convencional mata. Los agricultores innovadores combinan el bokashi con otras técnicas, como aporcar cuidadosamente las papas y rodearlas de un cultivo protector de maÃz. Este enfoque integrado parece funcionar, y merece ser estudiado formalmente por los investigadores.
También del blog de Agro-Insight
Fomentando microorganismos que mejoran el suelo
Manteniendo la semilla sana en Ecuador
Videos de interés
Buenos microbios para plantas y suelo
Healthier crops with good micro-organisms
Agradecimientos
Gracias a la Ing. Victoria López (Instituto Nacional de Investigaciones Agropecuarias-INIAP), y a la Ing. Nancy Panchi y al Dr. Israel Navarrete (ambos del Centro Internacional de la Papa-CIP) por presentarnos a los innovadores productores de papa de Cotopaxi, Ecuador. Victoria, Israel y Paul Van Mele leyeron una versión previa e hicieron comentarios valiosos.
Nederlandse versie hieronder
Blanca Chancusig is a dynamic woman who manages a diverse farm in the village of Yugshiloma, in Cotopaxi province, at 2,800 meters above sea level in the Ecuadorean Andes. As we film doña Blanca for a farmer-to-farmer training video, she talks about all the benefits of living hedgerows and flowering plants, which she uses not just for medicine and to feed her guinea pigs, rabbits, her two cows and a pig, but also to attract beneficial insects that pollinate and protect her crops.
Winding up our visit, Jeff and I tell Blanca that the video in which she will feature will be ready in a few months. On the ballpoint pen that we give her we point to the Access Agriculture website address, where she can find over a hundred different training videos in Spanish.
“Also on biofertilizer and good microbes,†she replies. I interpret it as a question, but soon find out that it actually was a statement. She guides me to a little shed behind her house from where she brings out a plastic drum. As she opens the lid, I see she has prepared liquid biofertilizer.
“We learned a lot through the video on good microbes for the soil and the plants. It is very easy to do and not very costly. The only thing that is hard for me to get is broad bean flour, only that. Everything else I have at home,†Blanca says.
Two years ago, Diego Mina and his wife Mayra Coro, our local collaborators from IRD (Institut de Recherche pour le Développement) who manage the AMIGO project on agroecology, showed several women’s groups a video on good microbes that was made with farmers in India (and which was translated into Spanish). The women liked the video so much that Diego sent them a copy of it through their WhatsApp group.
In a follow up visit, Diego and Mayra decided to organize a live demonstration on how to make the mix of good microbes, with cow urine and raw sugar and other locally available ingredients, which the women provided. While the video shows chickpea flour as one of the ingredients, Diego and Mayra bought broad bean flour to use instead of chickpea flour, which is not available in Ecuador. The broad bean is a pulse which many of the women grow at this high altitude.
A year after the demonstration, at least some of the women are still experimenting with this new technology, which they learned through the video from fellow farmers in India. With a big smile on her face, Blanca tells me that she already tried it once on her maize and lupine crop, and that the results were good, so this planting season she has again prepared another 10 litres to try on her field for a second year.
Unlike what most researchers and extensionists think, smallholder farmers deeply appreciate learning from fellow farmers, even if they are thousands of kilometres away, on other continents, especially if the technologies work well, are easy to apply, and cost little money.
Related Agro-Insight blogs
Earthworms from India to Bolivia
Encouraging microorganisms that improve the soil
Acknowledgements
The visit to Ecuador to film various farmer-to-farmer training videos with farmers like Blanca, as well as the video translations into Spanish, were made possible with the kind support of the Collaborative Crop Research Program (CCRP) of the McKnight Foundation.
Videos on how to improve the soil
See the many training videos on soil management hosted on the Access Agriculture video platform.
Boeren zonder Grenzen
Blanca Chancusig is een dynamische vrouw die een diverse boerderij beheert in het dorp Yugshiloma, in de provincie Cotopaxi, op 2.800 meter boven de zeespiegel in de Ecuadoraanse Andes. Terwijl we doña Blanca filmen voor een ‘boer-tot-boer’ trainingsvideo, vertelt ze over alle voordelen van houtkanten rond haar veld en bloeiende planten, die ze niet alleen gebruikt voor medicijnen en om haar cavia’s, konijnen, haar twee koeien en een varken te voeden, maar ook om nuttige insecten aan te trekken die haar gewassen bestuiven en beschermen.
Ter afsluiting van ons bezoek vertellen Jeff en ik Blanca dat de video waarin zij te zien zal zijn, over een paar maanden klaar zal zijn. Op de balpen die we haar geven wijzen we naar het adres van de website van Access Agriculture, waar ze meer dan honderd verschillende trainingsvideo’s in het Spaans kan vinden.
“Ook over bio-meststoffen en goede microben,” antwoordt ze. Ik interpreteer het als een vraag, maar kom er al snel achter dat het eigenlijk een constatering was. Ze leidt me naar een schuurtje achter haar huis van waaruit ze een plastic vat tevoorschijn haalt. Als ze het deksel opent, zie ik dat ze vloeibare bio-meststof heeft klaargemaakt.
“We hebben veel geleerd via de video over goede microben voor de bodem en de planten. Het is heel gemakkelijk te doen en niet erg duur. Het enige waar ik moeilijk aan kan komen is tuinbonenmeel, alleen dat. Al het andere heb ik thuis,” zegt Blanca.
Twee jaar geleden hebben Diego Mina en zijn echtgenote Mayra Coro, onze plaatselijke medewerkers van het IRD (Institut de Recherche pour le Développement) die het AMIGO-project over agro-ecologie beheren, aan verschillende vrouwengroepen een video over goede microben getoond die met boeren in India was gemaakt (en die in het Spaans werd vertaald). De vrouwen vonden de video zo goed dat Diego hen er een kopie van stuurde via hun WhatsApp-groep.
In een vervolgbezoek besloten Diego en Mayra een demonstratie te organiseren over hoe de mix van goede microben gemaakt kan worden, met koeienurine en ruwe suiker en andere lokaal beschikbare ingrediënten, die de vrouwen ter beschikking stelden. Hoewel op de video kikkererwtenmeel als een van de ingrediënten wordt getoond, kochten Diego en Mayra tuinbonenmeel om te gebruiken in plaats van kikkererwtenmeel, dat niet verkrijgbaar is in Ecuador. De tuinboon is een peulvrucht die veel van de vrouwen op deze grote hoogte verbouwen.
Een jaar na de demonstratie experimenteren ten minste sommige vrouwen nog steeds met deze nieuwe technologie, die zij via de video hebben geleerd van collega-boeren in India. Met een grote glimlach op haar gezicht vertelt Blanca me dat ze het al een keer heeft uitgeprobeerd op haar maïs- en lupinegewas, en dat de resultaten goed waren, dus dit plantseizoen heeft ze weer 10 liter klaargemaakt om het een tweede jaar op haar akker te proberen.
In tegenstelling tot wat de meeste onderzoekers en landbouwvoorlichters denken, stellen kleine boeren het zeer op prijs om te leren van collega-boeren, zelfs als die duizenden kilometers ver weg zijn, op andere continenten, vooral als de technologieën goed werken, gemakkelijk toe te passen zijn, en weinig geld kosten.
Nederlandse versie hieronder
Participants at the recent climate summit in Glasgow (COP26) spent considerable energy discussing about ways to further reduce carbon emissions and improve regulation of carbon markets. For the first time in history, fossil fuels have been officially recognised as the main cause of heating our planet. While investments in renewable energy have been long overdue, agriculture continues to be a net polluter and contributor to greenhouse gas (GHG) emissions. Yet, with some relatively modest investment agriculture could even become a net absorber of GHGs.
Few people realise that more carbon can be captured by soils than what is stored in the wood of trees. So, paying attention to what we do with our soils is as important as protecting our forests.
A high level of organic matter is the main indicator of soil health, determining the level of resilience of farms to cope with the effects of disruption in the climate. Carbon-rich soils are essential to secure future food production, because carbon feeds soil microorganisms and helps soils to retain water and nutrients, which are all essential for growing plants.
Adding compost to soils is one common way of enriching the soil with carbon. When plants die and decompose, the living organisms of the soil, such as bacteria, fungi or earthworms, transform the plants into forms of organic matter that the earth can absorb. But also living plants transfer lots of carbon from the air to the soil in a remarkable way. In the daytime, plants absorb carbon dioxide (CO2) from the air through the pores of their leaves. During photosynthesis, plants use water and sunlight to turn the carbon into leaves, stems, seeds and roots. However, as one third of the CO2 captured is released as sugars by plant roots to the soil, one may wonder why the plants are “leakingâ€.
Plants, like all living creatures, cannot live in isolation; they need others to survive. The liquid sugars released by plant roots are part of a symbiotic relationship between mycorrhizal fungi and 90% of all plants, an arrangement that has developed over the past 420 million years. In fact, plants cannot survive without these soil fungi and vice versa.
Mycorrhizal fungi cannot live without a host plant and, in exchange for the plant’s sugar, the fungi will absorb and transport nutrients and water back to its host. For every cubic meter of soil, these fungi will send out as much as 20,000 km of fungal threads, also called hyphae, so that they infiltrate every area of soil. Fungi can access nutrients and water unavailable to the larger plant roots.
Fungi can also use their acids to release nutrients from soils and even rocks — transforming rock minerals into formats that the plant can use. The complexity of interactions between plants and soil organisms goes even further. Certain nutrients can only be extracted from soils by bacteria and fungi will exchange sugar for the nutrients requested by the plant in a complex symbiotic exchange.
Studies have shown that soils under mature, perennial crops contain more available nutrients than soils treated with agricultural chemicals, which kill soil microbes, resulting in the net loss of soil carbon. Policies that promote agroecology, regenerative farming and organic agriculture are therefore directly contributing to soil carbon sequestration and hence help to fight against climate change. But more can be done.
It has long been thought that most of the soil carbon was contained in the top 30 centimetres of the soil in the form of the organic matter in humus. In 1996, Dr. Sara Wright discovered in the USA that soils contain large amounts of carbon up to more than a meter deep. Carbon is stored in the form of glomalin, a highly persistent protein produced by mycorrhizal fungi. As the mycorrhizal fungi go deeper into the soil to mine nutrients and water for the plant, they deposit more and more carbon in the form of glomalin. The more mature this relationship is between plant and microbe the more volume of soil is accessed on behalf of the plant and the better the crop will produce and be able to cope with harsh weather conditions.
Ploughing destroys soil organic matter by oxidation and releases much of the carbon stored in the top soil as CO2, which finds its way to the atmosphere. Ploughing also depletes the micro-organisms in the soil. Reduced tillage and ensuring more permanent soil coverage by plants is therefore crucial to build up a healthy soil life and keep carbon stored in the soil.
Permanent pasture soils with healthy microbial life have been increasing the amount of carbon that they sequester beneath the grasses each year. Practices such as agroforestry and establishing field hedges are other low-cost strategies that can help turn the tide of our warming planet.
In fact, an annual increase of soil organic carbon by 0.4% would neutralise the human-caused emissions of CO2 into the atmosphere. This scientific insight was at the basis of the “4 per 1000” initiative to which many governments, research institutes, civil society and companies already subscribed during the climate summit in Paris in 2015. While the European Green Deal has set a target to be climate-neutral by 2050, the increasing natural calamities we witness year after year shows us that we have no more time to lose.
Illustration credit
Mycorrhiza by Nefronus, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=80931388
Read more
The Liquid Carbon Pathway (LCP): http://www.carbon-drawdown.com/liquid-carbon-pathway.html
The 4 per 1000 Initiative: https://www.4p1000.org/
Related Agro-Insight blogs
Inspiring knowledge platforms
Access Agriculture: https://www.accessagriculture.org is a specialised video platform with freely downloadable farmer training videos on ecological farming with a focus on the Global South.
EcoAgtube: https://www.ecoagtube.org is the alternative to Youtube where anyone from across the globe can upload their own videos related to ecological farming and circular economy.
Koolstof vastleggen in onze bodem
Deelnemers aan de recente klimaattop in Glasgow (COP26) besteedden veel energie aan het bespreken van manieren om de koolstofemissies verder te verminderen en de regulering van koolstofmarkten te verbeteren. Voor het eerst in de geschiedenis zijn fossiele brandstoffen officieel erkend als de belangrijkste oorzaak van de opwarming van onze planeet. Hoewel investeringen in hernieuwbare energie al lang op zich lieten wachten, blijft de landbouw een netto vervuiler en bijdrager aan de uitstoot van broeikasgassen (BKG). Maar met relatief bescheiden investeringen zou de landbouw zelfs een netto absorbeerder van broeikasgassen kunnen worden.
Weinig mensen realiseren zich dat er meer koolstof door de bodem kan worden vastgelegd dan er in het hout van bomen wordt opgeslagen. Aandacht besteden aan wat we met onze bodem doen, is dus net zo belangrijk als het beschermen van onze bossen.
Een hoog gehalte aan organische stof is de belangrijkste indicator voor de gezondheid van de bodem en bepaalt de mate van veerkracht van bedrijven om de effecten van verstoringen in het klimaat het hoofd te bieden. Koolstofrijke bodems zijn essentieel om de toekomstige voedselproductie veilig te stellen, omdat koolstof de bodemmicro-organismen voedt en de bodem helpt om water en voedingsstoffen vast te houden, die allemaal essentieel zijn voor het kweken van planten.
Het toevoegen van compost aan de bodem is een veelgebruikte manier om de bodem met koolstof te verrijken. Wanneer planten afsterven en uiteenvallen, transformeren de levende organismen van de bodem, zoals bacteriën, schimmels en regenwormen, ze in vormen van organisch materiaal dat de aarde kan opnemen. Maar ook levende planten brengen op opmerkelijke wijze veel koolstof uit de lucht naar de bodem. Overdag nemen planten koolstofdioxide (CO2) op uit de lucht via de poriën van hun bladeren. Tijdens de fotosynthese gebruiken planten water en zonlicht om de koolstof om te zetten in bladeren, stengels en wortels. Echter, aangezien een derde van de opgevangen CO2 als suikers door plantenwortels aan de bodem wordt afgegeven, kan men zich afvragen waarom de planten “lekken”.
Planten, zoals alle levende wezens, kunnen niet geïsoleerd leven; ze hebben anderen nodig om te overleven. De vloeibare suikers die door plantenwortels vrijkomen, maken deel uit van een symbiotische relatie tussen mycorrhiza-schimmels en 90% van alle planten, een arrangement dat zich in de afgelopen 420 miljoen jaar heeft ontwikkeld. Sterker nog, planten kunnen niet zonder deze bodemschimmels en vice versa.
Mycorrhiza-schimmels kunnen niet leven zonder een waardplant en in ruil voor de suiker van de plant zullen de schimmels voedingsstoffen en water opnemen en terugvoeren naar de gastheer. Voor elke kubieke meter grond sturen deze schimmels maar liefst 20.000 km schimmeldraden, ook wel hyfen genoemd, uit, zodat ze in elk gebied van de bodem infiltreren. Schimmels hebben toegang tot voedingsstoffen en water die niet beschikbaar zijn voor de grotere plantenwortels.
Schimmels kunnen hun zuren ook gebruiken om voedingsstoffen uit de bodem en zelfs uit rotsen vrij te maken, waardoor gesteentemineralen worden omgezet in nutrienten die de plant kan gebruiken. De complexiteit van interacties tussen planten en bodemorganismen gaat nog verder. Bepaalde voedingsstoffen kunnen alleen door bacteriën uit de bodem worden gehaald en schimmels wisselen suiker uit voor de voedingsstoffen die de plant nodig heeft in een complexe symbiotische uitwisseling.
Studies hebben aangetoond dat bodems onder volgroeide, meerjarige gewassen meer beschikbare voedingsstoffen bevatten dan bodems die zijn behandeld met landbouwchemicaliën, die bodemmicroben doden, wat resulteert in het netto verlies van bodemkoolstof. Beleid dat agro-ecologie, regeneratieve landbouw en biologische landbouw bevordert, draagt ​​daarom rechtstreeks bij aan de vastlegging van koolstof in de bodem en helpt zo de klimaatverandering tegen te gaan. Maar er kan meer gedaan worden.
Lange tijd werd gedacht dat de meeste bodemkoolstof zich in de bovenste 30 centimeter van de bodem bevond in de vorm van de organische stof in humus. In 1996 ontdekte Dr. Sara Wright in de VS dat bodems grote hoeveelheden koolstof bevatten tot meer dan een meter diep. Koolstof wordt opgeslagen in de vorm van glomaline, een zeer persistent eiwit dat wordt geproduceerd door mycorrhiza-schimmels. Naarmate de mycorrhiza-schimmels dieper de grond in gaan om voedingsstoffen en water voor de plant te ontginnen, zetten ze steeds meer koolstof af in de vorm van glomaline. Hoe volwassener deze relatie tussen plant en microbe is, hoe meer grond er voor de plant wordt aangesproken en hoe beter het gewas zal produceren en bestand is tegen barre weersomstandigheden.
Ploegen vernietigt organisch bodemmateriaal door oxidatie en geeft veel van de koolstof die in de bovenste bodem is opgeslagen vrij als CO2, dat zijn weg naar de atmosfeer vindt. Ploegen put ook de micro-organismen in de bodem uit. Minder grondbewerking en zorgen voor een meer permanente bodembedekking door planten is daarom cruciaal om een ​​gezond bodemleven op te bouwen en koolstof in de bodem vast te houden.
Bodems van blijvend grasland met gezond microbieel leven verhogen de hoeveelheid koolstof die ze elk jaar onder de grassen vastleggen. Praktijken zoals agroforestry en het aanleggen van heggen en houtkanten zijn andere goedkope strategieën die kunnen helpen het tij van onze opwarmende planeet te keren.
In feite zou een jaarlijkse toename van de organische koolstof in de bodem met 0,4% de door de mens veroorzaakte uitstoot van CO2 in de atmosfeer kunnen neutraliseren. Dit wetenschappelijke inzicht lag aan de basis van het “4 per 1000”-initiatief waar veel overheden, onderzoeksinstituten, het maatschappelijk middenveld en bedrijven al op intekenden tijdens de klimaattop in Parijs in 2015. Terwijl de Europese Green Deal een doelstelling heeft klimaat-neutraal te zijn tegen 2050, laten de toenemende natuurrampen waar we jaar na jaar getuige van zijn, ons zien dat we geen tijd meer te verliezen hebben.